NOTE TO THE READER
In the beginning of WhiskySpeller some articles were posted in Dutch, later on we both went on to writing in English. Our apologies if you cant read this article due to that. This post tells about our travels in 2012, our first trip to Scotland traveling 2322,9 km, 29 distilleries ( of which 18 toured), 3 missers, 5 whisky regions, 14 days, 2 persons, 1 awesome country.
Het tweede deel van onze twee weken durende reis door Schotland. Hier is het eerste deel terug te vinden.
Na de enerverende rit van Inveraray naar Campbeltown (haarspeldbochten in combinatie met 17% hellingen), gingen we via de iets mindere scenic route op tijd op pad richting Kennacraig, waarvandaan de boot naar Islay vertrekt. We waren op tijd bij het ontbijt, omdat we een paar tussenstops wilden maken om wat van de omgeving te kunnen genieten en foto’s te maken. Helaas vonden we de stops geregeld te laat, met veel “hier hadden we kunnen stoppen” locaties en waren de momenten om te keren vaak zó ver van het uitkijkpunt, dat we niet de moeite hebben genomen om terug te rijden. Veel met onze ogen genoten van de omgeving dus.
We waren daardoor een beetje te vroeg bij de terminal van Kennacraig, niet veel meer dan een parkeerplaats met een paar lijnen op de grond en een hokje waar we de kaartjes af moesten halen. Vanaf de boottocht zagen we al vrij snel de eilanden Islay en Jura liggen. Helaas vaart de boot nog een paar maanden op Port Askaig, in plaats van het in verbouwing verkerende Port Ellen, waardoor de distilleerderijen Ardbeg, Lagavullin en Laphroaig niet vanaf de boot te zien waren.
Genoeg gejammer. Bij het landen op Islay zijn we direct naar de distilleerderij van Caol Ila gereden. Na de kleine ambacht-distilleerderij van Springbank is de grote fabriek van Caol Ila met 6,2 miljoen liter per jaar een heel andere wereld. Bij Caol Ila werkt men 24/7 en wordt de gerst aangeleverd, volgens hetzelfde recept dat door Lagavullin gebruikt wordt. Men gebruikt naast de 8 originele, houten washbacks ook 2 roestvrijstalen washbacks. Volgens Diageo (de eigenaar van onder andere Caol Ila en Lagavullin) heeft dit geen nadelig effect op de smaak van de whisky. Omdat 95% van de productie van Caol Ila verdwijnt in de blends van Johnnie Walker, kunnen ze maar zo gelijk hebben wat betreft dat gedeelte van de whisky, en de spirit die voor de single malts is bedoeld uit de houten washbacks halen, maar daarover wordt niets verteld.
De volgende dag alweer. Gepland om naar de Jura distilleerderij te gaan, gelegen op het gelijknamige eiland. Op dit eiland wonen slechts een kleine 200 mensen, staat één distilleerderij, één hotel en wonen ongeveer 6000 herten. De vaartocht van Islay naar Jura duurt ongeveer vijf minuten, maar de pont werd behoorlijk heen en weer geslingerd door de sterke stromingen, waardoor het toch nog een spannende rit werd.
Op het eiland aangekomen zijn we direct naar de distilleerderij gereden, ook weer zonder echt te kunnen stoppen, vanwege de smalle weg en het verkeer (een andere tourist) achter ons. Helaas hadden we geen afspraak gemaakt en was de “standaard” tour van 11:00u afgelast, omdat er net een grote groep van een whisky-club een uitgebreide rondleiding kreeg. Druk in het winkeltje dus, maar desalniettemin vonden ze nog even de tijd om ons het ketelhuis even te laten zien. Ook deze tour bewaren we voor een volgend bezoek aan beide eilanden. Jura zelf blijkt een prachtig eiland, ook om te fotograferen en te wandelen, iets waar we meer tijd voor vrij hadden moeten maken.
Terug naar Islay. Een iets rustiger boot, de tweede afslag genomen naar de Bunnahabhain distilleerderij. Stel je voor dat je in een dorpje binnenrijdt, dat een paar jaar geleden door een atoombom is geraakt. Alles is oud, vies, stoffig, er waait een oude krant over de weg… je kent het plaatje wel. Nou, dat dus. Het schijnt dat ze een leuke tour geven, maar we hebben het bij aankomst al vrij snel opgegeven om er iets leuks van te maken. Wellicht kwamen we op een verkeerd tijdstip. Het uitzicht vanaf de pier was wél prachtig.
De laatste Islay distilleerderij. We waren er al even in het shoppie geweest, maar vandaag hebben we er ook een tourtje gedaan: Bruichladdich. Op de vrijdagmiddag is er maar een halve tour, omdat er dan niet gewerkt wordt in de distilleerderij zelf, dus kregen we iets extra lekkers te proeven na afloop.
Bij Bruichladdich gebruiken ze apparatuur die grotendeels nog uit 1881 stamt, of van iets latere datum, maar er is weinig tot geen moderne apparatuur te vinden in het bedrijf. Zo wordt de molen die het gerst maalt bijvoorbeeld 100 jaar in 2013. Tot zover ons avontuur op Islay en Jura. We hebben alle 9 distilleerderijen gezien en tegelijk 2 whisky-regio’s bezocht, maar zijn tot de conclusie gekomen dat tweeënhalve dag te weinig is voor de pracht die deze beide eilanden te bieden hebben. We gaan zéker een keer terug.
In deel 3 gaan we weer naar het “vaste land” van Schotland, richting de Highlands.
Bij Bruichladdich maakt men 3 types whisky, die onder verschillende merken op de markt wordt gezet: Bruichladdich; vrijwel on-geturfd, Port Charlotte; gemiddeld geturfd (ongeveer 40ppm), en Octomore; zo zwaar mogelijk geturfd, de meest recente is te koop met 167 ppm, de zwaarst geturfde whisky ooit, volgens Bruichladdich. Daarnaast maakt Bruichladdich ook een gin: the botanist.
Het lekkers na afloop was trouwens de Black Art (2). Oempfh.